Rijvers
Festival… Share The Magic
Het Rijversfestival
1 is het
snelst groeiende festival van Vlaanderen. Het heeft reeds voor de
derde maal plaats. Op zaterdag 10 augustus 2019 werd ‘Vooruit met
de Kuit’ (VmdK) geboekt. Als ex-majorette van deze groep koos ik
om hun performance te analyseren vanuit de perspectieven
aangereikt door prof. dr. Carine Plancke. Mijn observaties werden
aangevuld met gesprekken met de majorettes in de kleedkamer en
tijdens de pauzes. Mijn positie van een
outsider-within liet me toe het gebeuren zowel van
binnenuit als op afstand te observeren.
Stereotypen
en Categorieën
De majorettes van VmdK beschrijven
zichzelf als een dolle bende ongeregeld die door hun
eigenzinnige originele danspasjes reguliere majoretterie-adepten
doet knarsetanden. De fanfare met majorettes kan geboekt worden
voor buurtfeesten, festivals en privé-feesten.2
De majorettes van VmdK komen op straat als parodie op de
klassieke majorette. De categorie ‘majorette’ roept connotaties
op met jonge brave meisjes die netjes in de pas en in de rij
lopen om opgelegde choreografieën foutloos uit te voeren. Ze
zijn feilloos in het jongleren met de baton. Hun uniform bestaat
uit een mini-jurkje, panty’s, witte laarsjes en een hoed. De
hoofdmajorette die er altijd ietwat ouder uitziet loopt voorop
als een fluisterbaken voor de gehele groep. De majorettes lopen
de fanfare voorop. Deze bestaat uit koperblazers en slagwerk
vaak aangevuld met saxofoons. De meisjes dansen op de maat van
de muziek. Net zoals bij andere performers zoals bijvoorbeeld in
de flamenco, tango en buikdansen roept ‘de majorette’
stereotiepe beelden op. De vrouwen van VmdK dagen deze normen
uit door te spelen met sociale posities zoals gender, leeftijd,
uiterlijke kenmerken en klasse. Hun dansjes zijn niet altijd
‘vrouwelijk’ (foto 1). Preutsheid is ver te zoeken (foto De
leeftijd varieert tussen vijfendertig en zestig jaar (foto 3).
Tweemaal per maand komen ze samen om te repeteren en nieuwe
choreografieën uit te werken. Ieder lid interpreteert de
‘majorette met een hoek af’ op een heel persoonlijke
lichamelijke manier (foto 4).
foto
1
foto 2
foto 3
foto 4
De performance
De
managers van het festival boekten VmdK voor een optreden
tussen 17.00u en 19.00u. Achter de coulissen oefenden de
nieuwe majorettes nog snel wat dansjes begeleid door Evy, de
onopvallende supermajorette (foto’s 5 en 6). Het startmoment
werd aangegeven door de organisatie en na de Instagram-foto
(foto 7) mocht VmdK zich een weg banen tussen de
festivalgangers op de aangelegde plankenvloer. De stoet trok
van de hoofdtent naar een patio een kilometer verderop. Daar
was er animatie voor kinderen voorzien. Tijdens het parcours
werd de vooraf afgesproken playlist gevolgd. Deze is opgedeeld in
verschillende blokken waarbij een paar ‘kuitjes’
verantwoordelijk zijn voor de choreografie: ze lopen voorop en
zullen ook het desbetreffende dansje aanleren aan de novieten
tijdens de repetitiezondagen. Er waren 7 choreografieën per
blok. Na een korte rust- en drankpauze werd overgegaan tot het
volgende blok. Die zaterdag werden ongeveer 20 verschillende
choreografieën uitgevoerd. De namen van de dansjes zijn
hilarisch: Koeskoeskuiten, Kuitentrekkerij, Superkuit,
Ijdelkuit, … 1. Iedere
choreografie is dan ook een parodie op een bepaald thema. Zo
beeldt ‘Koekoeskuiten’ een parodie op Oriëntaalse dansen uit,
‘Wiener Waden’ op de Weense wals. ‘Ijdelkuit’ evoceert de
catwalk, ‘Scratch my calf’ een majorette die geplaagd wordt
door muizenissen en ander ongedierte. Foto 8 toont de parodie
op de French Cancan in het nummer ‘Ska Kuit’. Het publiek
reageert enthousiast. Het is feest en deze rariteiten passen
hierbij. Zomergem is een landelijke gemeente en dat verklaart
de witheid van het publiek. Toch was er diversiteit te
bespeuren op het vlak van leeftijd, ability en sociale klasse. Om 19.15u was
het optreden achter de rug. VmdK slenterde terug naar de
verkleedtent.
foto 5
foto 6
foto 7
foto 8
Embodiment
– categorical logic –practical logic.
In ‘Embodiment is
always more: intersectionality, subjection and the body’, ontwikkelt Villa (2011) de idee dat de
belichaming van een categorie als onderdeel van een sociale
praktijk een ander licht werpt op de categorie en mee in de
intersectionele analyse dient opgenomen te worden. Via de
geleefde lijfelijke ervaring komt men tot andere en
verrijkende perspectieven van de besproken categorie. Villa
maakt een onderscheid tussen de categorische logica en de
praktische logica. De ene logica heeft met de andere te maken,
ze werken samen en vullen elkaar aan. De praktische logica
behelst de stoffelijke, lichamelijke en materiële dimensie van
de categorische logica. De categorische logica biedt orde op
macro-niveau. Categorieën zijn niet vast maar hebben een
vloeiende betekenis in tijd en ruimte. Het zijn sociale
constructies waarbij concrete sociale acties hun inhoud mede
bepalen en hen tastbaar maken. De bewegingen van de
majorettes, de danspasjes en hun interacties met het publiek
worden door elke majorette afzonderlijk op een persoonlijke
manier geïnterpreteerd. Ook al lopen ze allemaal in de pas en
krijg je als toeschouwer eventjes de indruk dat er
uniformiteit heerst toch bemerk je terzelfdertijd net een
ietwat andere uitvoering of mimiek. Deze invulling geeft meer
embodiment
en persoonlijkheid aan de categorie ‘non-majorette’. Het
samengaan van de categorische en de praktische logica
ondersteunen het subversieve karakter van de groep. Elsje,
Evy, Katrien, Liliane, Beatrijs, Lie, Nele en Maya zijn
concrete personen die op een persoonlijke manier invullen wat
het voor hen betekent om majorette te zijn bij VmdK. Hun
individuele benadering van het concept ‘non-majorette’ daagt
de subjectpositie van deze categorie uit. Meerdere
subjectposities worden gecreëerd.
Judith Butler betwist
het bestaan van het subject. Geïnspireerd door Foucault wijst
ze erop dat een subject een object is in voortdurende wording.
Subjectposities worden geconstrueerd door normen terwijl
concrete personen geen normen belichamen. Normen regelen wel
de voorwaarden waaronder concrete acties bij concrete personen
begrijpbaar worden. De confrontaties met de acties van de
majorettes beroeren, vertederen, amuseren of irriteren het
publiek dat onmiddellijk in de gaten heeft dat het hier niet
om ‘normale’ majorettes gaat. Hun gedrag creëert een
subjectpositie. Zij acteren, volgen een script en worden
zodanig herkend als een al of niet afwijkende majorette. Toch
belichamen ze niet altijd de norm van een non-majorette. Ze
balanceren tussen de twee normen. Normen zijn in een
post-structuralistische Butleriaanse visie onbereikbaaar. Het
individu streeft wel naar het bereiken van een norm om- bewust
of onbewust - een subjectposititie te creëren en op die manier
agency te verwerven. Deze norm omvat een zekere sociale
herkenbaarheid. Als je aan een norm, een categorie wil voldoen
impliceert dat dat je bepaalde scripts, performances en
uiterlijkheden overneemt zo dat anderen je kunnen herkennen in
deze norm. Maar de norm is een theoretisch concept en wordt
altijd persoonlijk ingevuld. De perfomatieve mimesis is die
nabootsing die door voortdurende herhaling een bepaalde norm
kan versterken of ook kan uitdagen.
Mimesis
Het
nabootsen van bestaande scripts en rolmodellen of, in het
geval van de majorettes, het kopiëren van de aangeleerde
choreografieën brengt Judith Butler in verband met het concept
‘mimesis’. Deze mimesis impliceert een voortdurende embodiment en een
lijfelijke interpretatie van de regels. De variatie op het
thema ‘majorette’ wordt door iedere deelneemster op een andere
manier belichaamd. Typisch voor VmdK is dat de majorettes in
interactie gaan met het publiek (foto’s 9 en 10). VmdK komt
steeds in nieuwe situaties terecht, en hun performance en het
effect ervan op het publiek is nooit hetzelfde. Hoe de
majorettes zich bewegen, hoe zij het publiek bespelen met hun
soms obscene gebaren en uitdagende mimiek wisselt in tijd en
ruimte. De afwezigheid of de onmogelijkheid om aan regels te
beantwoorden overheerst de performance. Voor Villa is
belichaming per sé intersectioneel en door zijn mimetische dimensie
overschrijdt het elke categorie (Villa, p. 181). Embodiments zijn
complex en dat illustreren de majorettes van VmdK. Ze tonen
aan dat de practical logic dichter bij de geleefde werkelijkheid staat dan de
categorical logic. De orde eigen aan rigide categorieën en normen
wordt voortdurend uitgedaagd.
Embodiment overstijgt het
theoretisch en analytisch benaderen van centrale categorieën.
Categorieën werken op macro-niveau, maar niet op het niveau
van de embodiment.
foto 9
foto 10
Esthetics
of difference
De ‘dansmariekes’ van
VmdK beantwoorden niet aan het klassieke schoonheidsideaal. Er
is trouwens geen casting of auditie vooraleer je in de groep
opgenomen wordt. Iedereen jong oud, dik of dun is welkom (foto
11). Er wordt enkel een engagement verwacht om aan de
tweewekelijks repetitie deel te nemen en zoveel mogelijk mee
te stappen als er optredens geboekt worden. Lid zijn van de
groep is op volledig vrijwillige basis. Organisatoren van
evenementen betalen een kleine bijdrage. Voor goede doelen en
non-profit organisaties wordt aardig over de prijs
onderhandeld en het gebeurt vaak dat VmdK gratis optreedt. Het
plezier van het dansen, de onverwachte verrassende locatie
waar ze terecht komen overheerst.
Niet perfecte en ouder
wordend lichamen worden gemarginaliseerd in de overheersende
danscultuur waar gezondheid, fysische kracht en lenigheid,
gespierde en strakke lichamen gevaloriseerd worden. VmdK
hertekent deze normatieve esthetische standaarden. Door het
opvoeren van andere lichamen kunnen vastgeroeste
stereotyperingen losgeweekt worden.
Hierdoor wordt het
categorische lichaam (Körper, lichaam) bevraagd en wordt de aandacht verlegd
naar het geleefde lichaam (Leib, lijf) zoals het gevoeld en ervaren wordt door de
individuele majorette. Het binaire denken wordt hierdoor
uitgedaagd. Een nieuwe, andere schoonheid wordt in leven
gebracht: de schoonheid van het verschil. Deze conceptuele
shift vinden we ook terug bij de alternatieve majorettes van
VmdK (foto 12). Wellicht kan hierdoor hun populariteit
verklaard worden. De traditionele focus op het uiterlijke en
het voorkomen (vorm, techniek en virtuositeit) is verplaatst
naar een focus op de beweging geconnecteerd met ‘the sense of self’.
Het bewegen wordt verbonden met een gevoel van eigenwaarde en
subjectiviteit. En deze subjectiviteit richt zich niet alleen
op het lichaam van de perfecte danser maar ook op lichamen met
een beperking in de brede betekenis van disability. Zo was er een majorette met pijnlijke knieën. Ze
mocht andere bewegingen uitvoeren dan de geprogrammeerde
choreografie. De concepten Körper
en
Leib openen een toegankelijk
perspectief op embodiment, categorical logic
en practical
logic. Een lichaam is geen
ding, geen object (Körper) dat gekarakteriseerd wordt door
zijn fysieke verschijning. In de danswereld zal men het
lichaam meer percipiëren op de manier hoe het aangevoeld
wordt, hoe erin geleefd wordt en hoe het Leibelijk ervaren wordt. Een lichaam is nu eenmaal een
verpakking met menselijke inhoud. Een lichaam vertelt een
persoonlijk verhaal.
foto 11
foto 12
Kinesthetic
empathy
Dans is bij uitstek het
medium van de non-verbale communicatie. De majorettes van VmdK
dansen met of tegen elkaar, hebben al of niet lijfelijk
contact en communiceren met het publiek. Dit werkt zo
aanstekelijk dat menige toeschouwer de dansjes zelf begint te
imiteren. Kinderen en personen met een beperking zijn het
meest spontaan (foto’s 13 en 14). Het publiek is niet
betrokken in een Körper ervaring, maar ze beleven een Leib
moment. De ‘esthetiek van het
verschil’ geeft ruimte aan het persoonlijke, aan de geleefde
ervaring en is tastlijfelijk. Door de bewegingen, zowel van de
majorettes als van de toeschouwers, wordt een geleefde
ervaring gedeeld en krijgt het opzet van VmdK zoals waarden en
normen op hun kop zetten betekenis. In
dans wordt the sense of the self verbonden met the
sense of the otherness. Er ontstaat een verbondenheid tussen het publiek
en de dansers. Het publiek voelt zich betrokken en leeft mee.
Deze ‘kinesthetic empathy’ (Hermans, 162) vormt een van de hoogtepunten van
het optreden van VmdK.
foto 13
foto 14
Rituele
transgressie
Victor
Turner1 heeft de
bevindingen van Arnold van Gennep2
uitgebreid naar de omstandigheden van moderne en postmoderne
gemeenschappen waarin rituelen andere gedaanten aannemen dan
in de premoderne beschavingen. Zijn inzichten bieden vanuit
antropologisch perspectief een bijzondere bijdrage aan het
uitgebreid domein van de studie van de intersectionaliteit. In
navolging van Arnold van Gennep onderscheidt hij 3 fasen (separation, liminality, reincorporation) in rituelen maar ook in
geritualiseerde evenementen zoals carnaval, alle soorten
feesten en dus ook de optredens van VmdK. Bij traditionele
rituelen die uitgevoerd worden tijdens een ‘rite de passage’
zoals bijvoorbeeld een doop of een huwelijksplechtigheid
verandert de status van de deelnemers(s). Na de liminale fase
te hebben doorlopen wordt men ‘herboren’ als christen (de
katholiek doop), als volwassene (het lentefeest of de
plechtige communie) of als echtgeno(o)t(e) (het huwelijk). De
herintrede in de samenleving gaat gepaard met een verandering
van status. Dit is niet het geval bij geritualiseerde
evenementen waarbij de participanten de keuze hebben om na de
gebeurtenis veranderd of onveranderd terug te keren naar hun
normale situatie. Turner benoemt deze tijdelijke en
plaatselijke ruimte ‘liminoid’. Men bevindt zich in een
tussenfase: ‘betwixt and
between’. Hij
breidde liminaliteit uit tot liminoideit
(liminal to liminoid). De
indicatieve modus van het gewone dagelijkse leven wordt
vervangen door de subjunctieve modus. De homo
ludens krijgt
vrij spel.
Liminaliteit
De
organisatie van het evenement zorgt steeds voor een al of niet
geïmproviseerde kleedkamer. VmdK pleit genderneutraal: mannen
en vrouwen moeten niet afgezonderd worden. De majorettes
ruilen hun gewone kleren voor het pakje. Vestimentaire codes
veranderen het innerlijk gevoel van het zelf3.
Dit is steeds een vibrerend moment. Hier begint de afscheiding
van het gewone leven. Op de achtergrond van kakofonische
klanken van bijna gestemde muziekinstrumenten grijpt een
metamorfose plaats. Geladderde panty’s worden vervangen,
felrode lipstick doorgegeven en weetjes uitgewisseld (foto’s
15 en 16). Spiegels reflecteren vrouwen van vlees en bloed die
zich voorbereiden op de grote taak: het publiek triggeren en
een glimlach op hun gezichten toveren. Dan wordt het startsein
gegeven. De straat of de festivalweide wordt van hen. Hun
normale sociale realiteit laten ze voor wat die is. Ze zijn
niet meer kleuterleidster of hoofdredactrice van een populaire
krant maar dolle, losgeslagen performers die plezier maken,
uitdagen en uitbundig zijn. Hun outfit en hun lijfelijke
interactie verbaast, verheugt, choqueert de toeschouwer. De
majorettes geraken tijdens het optreden in een staat van
extase. Ze vergeten de dagelijkse bekommernissen. De
meeslepende muziek, de blikken van het publiek, het proberen
in de pas te lopen en de choreografieën perfect uit te voeren
dragen bij tot een intens transgressief beleven van tijd en
ruimte. Het anarchistisch4
element versterkt het gevoel van volledig buiten de orde of de
categorie te zijn. De structuur van het normale leven is
vervangen door de anti-structuur binnen de communitas van
VmdK.
foto 15
foto 16
We stellen vast dat de
rigiditeit van categorieën niet alleen genegotieerd wordt door
de praktische logica maar ook door rituelen en geritualiseerde
evenementen zoals het optreden van VmdK (foto’s 17 en 18).
Tijdens het ritueel worden grenzen overschreden. Het zijn
gebeurtenissen waarbij categorieën overtreden worden. Wordt de
bestaande sociale structuur uitgedaagd of hersteld?
foto 17
foto 18
Subversie
Bij mijn
gesprekken met de majorettes in de kleedkamer en mijn vraag
naar de bedoeling van hun performance werd op de eerste plaats
verwezen naar het speelse en ontspannende karakter van gans
het gebeuren. Bij de meeste ‘tamboermeisjes’ betekent VmdK een
uitlaatklep waar zij de dagelijks beslommeringen eventjes
kunnen vergeten. Verschillende wezen er ook op dat als je dat
pakje aantrekt dat je iemand anders wordt en ook op een andere
manier behandeld wordt. Door de interactie met het publiek
maak je ook mensen gelukkig. Zij toveren een glimlach op het
gezicht van heel wat toeschouwers. Zij zorgen voor het
verrassende element van een feest, braderie of festival. Velen
zien het ook als een ‘work-out’ die hen een abonnement in een
fitnesscentrum uitspaart. Enkelen spraken over het doorbreken
van taboes zoals de leeftijd en het uiterlijke van de danser.
Men verwees dan naar ‘ ’t Schoon Vertier’1, een ietwat concurrerende groep
dansers, waarbij de meisjes jong, mooi en sexy moeten zijn.
Bij ‘ ’t Schoon Vertier’ wordt je gescreend. Je wordt zo maar
niet toegelaten. Daarentegen aanvaardt VmdK ook mensen met een
beperking, mannen, transgenders en alle andere ‘categorieën’
als lid. Toch zijn alle dansers wit, hoger opgeleid en van de
middenklasse. Toen ik voor de eerste keer de fanfare zag
optreden (Patersholfeesten, Gent 2005) was ik niet alleen
gegrepen door de anarchistische uitstraling van het gezelschap
en de nostalgische retro pakjes, het waren vooral de paar disabled
personen die me aanspraken. Momenteel is er een vrouw die een
lichte beperking heeft aan haar linkerhand. De choreografie
van de dansjes wordt hieraan aangepast.
De
observatie en het bevragen van het publiek verliep moeilijker
door mijn voortdurende focus op de majorettes, het lawaai van
de fanfare, de muziek op de andere podia en de hevige wind. De
meeste toeschouwers reageerden positief en geanimeerd. Eenmaal
kreeg ik te horen dat die meisjes minder elegant waren dan de
klassieke majorettes en ‘nogal plat’. Het was duidelijk dat de
hiërarchische normen van hoge en lage cultuur uitgedaagd
werden. De bestaande orde werd tijdelijk gebruuskeerd. Deze
anti-structuur eigen aan de liminale fase zal door zijn
tijdelijkheid in plaats en ruimte de bestaande orde niet op
zijn kop zetten en niet bijdragen tot wezenlijke veranderingen
in attitudes of mentaliteit van het publiek. De anti-structuur
lost op in de alledaagse sociale structuur. De intensiteit van
het feest kan niet blijven duren. Er treedt een tijdelijke
subversie op die gerelateerd is met een gevoel van vrijheid,
creativiteit en stoom aflaten. De majorettes zijn geen
gemarginaliseerde subjecten die hun rechten opeisen via hun
optreden. Via hun performance zullen ze bestaande categorieën
in vraag stellen en net zoals ‘de Kunst’ de wereld kan
bevragen maar deze niet kan veranderen, zo ook zal VmdK
vraagtekens oproepen en vooral aanzetten tot een nieuwe
esthetica van de dans, de esthetics
of difference.
Communitas
Na het
optreden trekken de majorettes zich terug in de kleedkamer. Er
staan witte wijn, flesjes bier en water op een houten
tafeltje. De ontlading volgt (foto 19). De verbondenheid
tussen de leden is nog groter dan voorheen. Na samen uit de
bol te gaan en het optreden naar Kuitiaanse normen als ‘goed
gedaan!’ te evalueren overheerst een gevoel van ‘Communitas’.
Ik voel kameraadschap en samenhorigheid zonder hiërarchie.
Iedereen heeft op dit moment en in deze ruimte dezelfde
status. De deodorant wordt gewisseld (foto 20). De jongste
majorette (35 jaar en 1.76 m) omhelst de oudste (60 jaar en
1.56 m) (foto 21). Ze lachen met hun schoenmaat: de een maat
36; de andere maat 43 (foto 22)! Op sommige momenten zitten ze
in een kring te keuvelen wat bij mij de connotatie met een
‘women’s circle’ oproept (foto 23). De majorettes trekken
terug hun normale kleren aan en keren terug naar hun lief,
kinderen en familie. ‘s Anderendaags wacht hun gewone job als
opvoedster of verkoopster. De herintegratie in de normale
sociale structuur is onvermijdelijk. De continuïteit van het
gewone leven wat Turner ‘Societas’ noemt gaat verder. Toch
heeft hun optreden als rituele ervaring hen nieuwe kracht
gegeven. Ze kunnen er terug tegen aan en kijken reeds uit naar
het volgende optreden.
foto 19
foto 20
foto 21
foto 22
foto 23
Bibliografie
- Geoffrion,
K. (2013). “Ghanaian youth and festive transvestism”, Culture, Health & Sexuality 15: sup1, 48-61.
- Hermans,
C. (2016), “Differences in itself: Redefining disability through
dance’, Social Inclusion 4(4): 160-167.
- Mason,
G. & Lo, G. (2009), “Sexual Tourism and the Excitement of
the Strange: Heterosexuality and the Sydney Mardi Gras
Parade, Sexualities 12(1): 97-121
- Villa,
Paula-Irene. (2011) "Embodiment is always more:
intersectionality, subjection and the body." In Lutz H., Vivar
M.T.H. & Supik L. (eds.) Framing intersectionality: debates
on a multi-faceted concept in gender studies, Farnham &
Burlington, VT: Ashgate: 171-186.
Bijlage
Uittreksels uit de
‘Pasjesbijbel’ van ‘Vooruit met de
Kuit’:
pp. 13-16
A2_Superkuit
We zijn
meisjes die militairen entertainen die ver weg van huis aan
het front zitten… Onschuldig, maar toch sexy
Bewegingen: altijd
eerst rechts, dan pas links (dus niet zoals op dvd)
Beginpose: salueren
met rechts, linkerhand naast lichaam (pols 90°)
Salueren - elkaars kont aaien (“aaah”):
eerst naar rechts, dan naar links - salueren
4 kusjes gooien (R, L, R, L)
Rond je as draaien en handen zwierig
vooruitduwen: voor, achter, voor, achter
Stukje Macarena: R-hand vooruit, L-hand
vooruit, R-hand in nek, L-hand in nek, kont schudden
Vallen op je R-voet, vallen op je L-voet
(handen in zij)
Opnieuw stukje Macarena
Zijsprongetjes: beginnen met L-voet achter,
zij en springen op R-voet, naar L, naar R, naar L, naar R
Elkaars kont aaien (“aaah”), eerst naar
rechts, dan naar links (anders dan op
dvd dus!),
Dan rechterhand langszij omhoog en terug
Opnieuw zijsprongetjes
Handen per 4 op elkaar leggen en cirkeltje
draaien (linksvoor eerst en dan ik klokwijzerzin)
En opnieuw!
A3_IJdelkuit
chachacha
Beginpose:
stokje in rechterhand, linkerhand in zij
Stokje
Stokje R
2x vooruit, R 2x omhoog, weggooien en vangen met andere hand
Stokje L 2x vooruit, L 2x omhoog, weggooien
en vangen met andere hand
(Soms valt stokje, of pak je er één af van
iemand anders)
Chachacha-pas:
Links zij tik en terug
Rechts zij tik en terug
Links zij tik en terug
Rechts voor Rechts achter Rechts bij
Links tik zij, kruis links over
Rechtervoet, rechtervoet optillen, rechts stap, links stap
Rechts Voor, Rechts achter, Rechts bij en
draaien op rechtervoet
…en opnieuw de chachacha-pas
…en nog eens de chachadahpas
Maar dan na Rechts voor Rechts achter
Rechts bij Links tik zij: links overkruisen en draaien en stokje
weer vastnemen
En terug van het begin…
A4_Koeskoeskuiten
Salomé en de sluiers…
Hoofd- en
heupbewegingen gaan eerst naar links, dan naar rechts!
Intro: springen met rechterhand
saluerend aan je hoofd (palm omhoog), linkerhand aan je zij
Naar voor, handjes opzij, naar voor,
handjes opzij
Zwierdraai (sjaal om hoofd wikkelen) naar rechts, boksen met links voor,
3x sjotten (en weer klaar springen)
Zwierdraai naar links,
boksen met links voor, 3x sjotten (en weer klaar springen)
Naar voor, handjes opzij, naar voor, hoofd
tussen handen (tegen handpalmen brengen)
3 kontdraaistapjes naar rechts, armen open
en met kont draaien naar alle hoeken van de kamer
3 kontdraaistapjes naar links, armen open
en met kont draaien naar alle hoeken van de kamer
Verdedigingsstap naar voor: R, bij, L, bij,
R, bij, L, bij (armen gekruist)
Naar voor beginnen met R, 1, 2, 3, 4, kick
met rechts en draai (tijdens draai R-hand in dienblad-pose)
Naar voor beginnen met L, 1, 2, 3, 4, kick
met links en draai (tijdens draai ook L-hand omhoog)
Sensueel shaken met handen in de lucht
(tamelijk hoog), armen omhoog en handen/polsen draaien, naar
elkaar toe gaan
Per twee: door knieën, rechterbeen zwiert
naar rechts, linkerbeen zwiert naar links, door knieën (2x)
Zijstap: beginnen met benen en armen open
(benen elke keer uiteen en bijtrekken, armen om de 2 stappen
open en dicht) – in totaal 8 passen
Wijzen naar publiek: eeeej moat!
Zwierig achteruit springen… en opnieuw!
Einde: normaal als
we net per twee staan met armen over elkaars schouders – zo
blijven we staan
B1_Balkankuit
(Toepetoepee)
Intro
van 2 x 8 tellen: we staan in een lange rij, gezichten naar
publiek, armen over elkaar op schouderhoogte, maar niet te dicht
op elkaar
Lange rij
Vier stappen opzij, been waarmee je vooruit
gaat, open draaiend
Klap naast oren (kant waar je niet vooruit
ging) - enkel (van been waarmee je vooruit ging) achter tikken -
been weer neerzetten en je 180° draaien - klap voor gezicht,
door knieën buigen en klap op knieën – terug recht komen en
armen weer over elkaar leggen (eerst achter dan voor)
Nog 3 x Lange rij
herhalen
Drinken
Glas en volle palinka-fles vastnemen – glas
traagjes volgieten – in 1 x uitkappen – en even bekomen
Iemand uit publiek nemen , terwijl je
opnieuw je glas en fles vastneemt – glas traagjes volgieten –
mens uit het publiek het glas geven – en even bekomen
Feestje
Vrolijk rond huppelen en rond draaien, af
en toe rond elkaars arm
Tot de drink-muziek weer begint
Drinken
Op het einde van het drinken: 8 tellen
opnieuw in de lange rij gaan staan
4x Lange rij
Drinken
Feestje
Drinken
4 x Lange rij
(Versnellen op het
einde)
B3_Scratch my
Calf (versie 2015)
Zacht – beginpose
Rug tegen rug
schurken
Aan elkaar
krabben/onderzoeken/ruiken...
Hard
– klappen en krabben
Klappend naar
voor totaal
8x (
beginnen met rechtervoet en links klappen)
Krabbend naar
voor totaal
8x (beginnen
met rechtervoet en rechts krabben)
Zacht
– toerke
Toerke draaien
(omhoog,
omlaag) (rechts
begint bovenaan... maar vooral naar elkaar kijken)
Toerke draaien
(omhoog, omlaag)
Toerke hoofd/kin
Gaan klaarstaan
(iedereen terug van waar hij kwam)
Hard
– klappen en krabben
Zacht
– als baviaan opzij
2 stappen naar
buiten, met hangende armen, eindigen met handen op knieën
in het rond kijken,
krabben in je haar
2 stappen naar
binnen, met hangende armen, eindigen met handen op knieën
in het rond kijken,
krabben in je haar
Hard
– klappen en krabben
C3_Wienerwaden
Flapperen
met vleugels
Begin van uit ei komen
Verder opklimmen uit ei
Eerste wankele stapjes
Wankele stapjes met toerke draaien
Kssssj! (zwaan is boos) en 8 tellen stappen
Zwaan wordt weer elegant en doet pirouette
Terug naar beneden
En opnieuw!
3. Voor een beschrijving van sommige choreografieën zie fragment
uit de ‘pasjesbijbel’ in bijlage waarin verduidelijkt wordt hoe er
gedanst zou moeten worden en in welke sfeer.
4. Victor Turner (VK, 1920-1983), cultureel antropoloog
5. Arnold van Gennep (D, 1873-1957), antropoloog
7. Anarchisme in de betekenis van een situatie waarin mensen
zonder een hogere macht of autoriteit leven en waarbij het
individu niet ondergeschikt is aan iets of aan iemand anders.